Geplaatst op maandag 21 juli 2003 @ 18:22 , 3024 keer bekeken

'Verdroomde beelden' noemt Jan Börger de gestileerde naakten die het onderwerp zijn van vrijwel al zijn pentekeningen.
Hij vergelijkt de tekeningen met antieke Griekse beelden. Het gaat de kunstenaar niet om 'Truus' of 'Marie' die voor hem model zit, maar om een geïdealiseerd beeld, om het benaderen van een idee van schoonheid dat alleen in zijn hoofd bestaat. Voor een natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid moet je bij de fotograaf om de hoek zijn, vindt hij.
Niets heeft zómaar de belangstelling van de Rotterdamse tekenaar Jan Börger (1929). Hij is ergens door gefascineerd, of iets interesseert hem helemaal niet. Met net zoveel eigenzinnigheid als doorzettingsvermogen en geduld weet hij aan zijn fascinaties vorm te geven.
Hij neemt daardoor in de hedendaagse beeldende kunst een unieke plaats in als tekenaar van een schijnbaar eindeloze serie vrouwelijke naakten.
Börgers tekenstijl vindt zijn oorsprong in een onvoorwaardelijk streven naar realisme. In het begin van de jaren vijftig trok hij de deur van de Rotterdamse Academie voor Beeldende Kunsten achter zich dicht. De directeur van die academie zei toen: "Alweer zo'n Van Gogh, die het beter weet." Börger had toen al aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst en de Vrije Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag gestudeerd. Hij koos ervoor zich als autodidact verder in het tekenen te bekwamen. "Mijn eigen lessen waren strenger en vlugger", aldus Börger.

Börgers tekenstijl is voortgekomen uit een onvoorwaardelijke zoektocht naar realisme. In de haven en aan de rand van de Kralingse Plas stelde hij zich bewerkelijke opdrachten, zoals het minutieus natekenen van een stuk water. "Ik wilde alles kunnen natekenen wat ik zag", zegt hij. Het met enkele lijnen suggereren van een beeld en de rest aan de fantasie van de kijker overlaten, noemt hij misprijzend 'een truc'.
Na van alles te hebben getekend - van havengezichten en landschappen tot portretten en stillevens - bakende Börger zijn onderwerp in de loop van de jaren zeventig streng af tot het vrouwelijk naakt. Alleen bij uitzondering maakt hij nog een portret of een landschap.
Zijn vroege naakten zijn zeer gestileerd en doen door het genuanceerde verloop van zwart en grijstinten denken aan 19e eeuwse romantische prenten. Meer recent worden de afbeeldingen speelser, humoristisch, soms onmiskenbaar uitdagend en erotisch. "Schoonheid en erotiek lopen voor mij door elkaar heen", licht Börger toe. In zijn latere werk doen ook meer associatieve en abstracte elementen hun intrede in de composities. Soms staren de dromerige wezens op hun beurt geïntrigeerd naar een speelgoedpop, of versterkt een onwillekeurig geplaatste geometrische vorm het vervreemde, bijna spirituele karakter van de tekening.

Börgers vastberaden eigenzinnigheid uit zich behalve in de onderwerpskeuze ook in zijn techniek en materiaalgebruik. Hij werkt uitsluitend in Oostindische inkt, wat zijn werk grafische kwaliteit en duurzaamheid verleent. Zijn tekengereedschap beperkt zich voornamelijk tot een vlijmscherp geslepen inktpen. Af en toe neemt hij een Chinese rietpen of penseel ter hand.
Als je je oog door een loep langs de fluwelige omtrekken van de figuren laat gaan, wordt Börgers perfectionistische werkwijze zichtbaar.
De uiterst doorgewerkte figuren blijken te bestaan uit talloze, zeer nauwkeurig geplaatste lijntjes. Nadat hij in niet meer dan een half uur zijn model schetst, werkt de tekenaar soms nog ruim vijfhonderd uur aan een tekening. Als die uren maakt hij 's nachts 'als er een deken van rust over de stad ligt'. 'Dan kan ik doorwerken zonder te worden afgeleid', verklaart Börger. 'De kroeg is dicht. Er is niemand die me opbelt en ik kan zelf ook niemand bellen.'

Börgers vader was dominee en later filosoof. Tijdens het tekenen zit hij 'net als de oude', te denken aan over 'hoe de dingen in de kosmos in elkaar zitten'. Een aantal van die gedachten over van alles en nog wat - van de wereld en de maatschappij tot het lichaam, de psyche, kunst en seksualiteit - heeft hij verzameld in een bundel met de titel Gedachten voor gewone mensen. 'Denken, filosoferen over de kosmos, enzovoorts, is het mooiste gezelschapsspel wat er is", luidt één van de opgenomen stellingen. Over kunst merkt hij in de bundel onder meer op: "Kunst is geen zaak van begrijpen. Kunst moet je zien of horen of lezen, en met je heldere zijn peilen. Met dat inzicht weet je zeker dat het kunst is. Maar het is een ander die het niet ziet, niet te bewijzen of hoe dan ook aan te tonen."
Nader beschouwd geven Börgers werk en overpeinzingen samen een beeld van een kunstenaar die is gefascineerd door de alchemie van het bestaan, en die de wegen onderzoekt om de schijnbare grenzen ervan te doorbreken.
Een overzicht van zijn werk is zelden te zien. Wel heeft het Centrum voor Beeldende Kunst Rotterdam een aantal van zijn tekeningen in de collectie, die bij Arthotheek Rijnmond kunnen worden geleend. Zijn werk is ook te zien in museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. De afmetingen van alle tekeningen zijn ongeveer 85 x 55 centimeter.
